Weten wat je níet wilt is heel fijn. Weten wat je wél wilt nog veel fijner. Soms kunnen we daar zelfs ongelofelijk stellig zijn. Maar wat als het tóch niet goed voelt. Of als het juist wel goed voelt maar ingaat tegen je principes? Die worsteling. Die strijd tussen hart en hoofd, die ken ik maar al te goed. Zo lang ik me kan herinneren, staan deze regelmatig recht tegenover elkaar. Het maakt de situatie er meestal alleen maar nóg ingewikkelder door.
Innerlijk gevecht
In tijden dat je het al zwaar hebt. Als het niet lekker gaat en je je ongelukkig voelt. Als je duidelijkheid juist zo goed kunt gebruiken. Juist dán gebeurt het. Dan word je aan het wankelen gebracht. Heen en weer geslingerd tussen denken en voelen. Voor mij speelde dit innerlijke gevecht meer dan eens op het gebied van hulp vragen. Want wat vond ik dat ongelofelijk moeilijk. Iets in mij blokkeerde dan. Een enorme weerstand kwam naar boven. Ik ben namelijk opgevoed om zelfstandig te zijn en mijn eigen boontjes te doppen. Om op eigen benen te staan. En dat deed ik met veel overtuiging. Ik kon daar zelfs behoorlijk in doorslaan.
Onafhankelijkheid
Zelfstandig zijn betekende voor mij onafhankelijk zijn. Op alle gebieden. Ik werkte keihard en zorgde voor mezelf. Omdat ik vond dat dat zo hoorde. En daarmee was ik ver gekomen. Niemand hoefde mij te helpen. Maar wat als opeens alles anders is. Als alle zekerheden in één klap verdwijnen. Als je op jezelf bent aangewezen, maar nauwelijks nog weet wie je bent. Als je geen controle meer hebt over je eigen leven en wat daarin gebeurt. Welke keuze heb je? Ga je het koste wat het kost alleen doen? Terwijl je doodmoe bent en eigenlijk geen energie hebt om de dag door te komen? Of stap je over jezelf heen en kijk je naar wat anderen voor je kunnen betekenen.
Aannames
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je geen hulp vraagt. Vaak liggen hier aannames aan ten grondslag die gebaseerd zijn op angst of beperkende overtuigingen. Hieronder noem ik een aantal van die redenen. Ook geef ik bij elke reden de aanname die je daarbij doet en wellicht wel herkent:
- Je wilt anderen niet lastigvallen ‘Want iedereen heeft het al druk genoeg’
- Je bent bang om de controle los te laten ‘Want dan gebeurt er iets ergs’
- Je wilt niet afhankelijk zijn ‘Want ik ben opgevoed om zelfstandig te zijn’
- Je vertrouwt anderen niet ‘Want ik weet precies hoe het moet’
- Je wilt bewijzen dat je het alleen kunt ‘Want dat heb ik altijd zo gedaan’
Bij mij speelde vrijwel al deze redenen een rol. Mijn grootste overtuiging was de laatste van dit rijtje. Ik had niemand nodig dus voelde ik een drang om te bewijzen dat ik het allemaal alleen kon. En dat lukte me ook steeds weer. Mijn enorme wilskracht hielp mij steeds om mijn doel te bereiken. Maar nu voelde het alsof deze mij in de steek liet.
Weerstand
Misschien herken je wel die enorme weerstand die er dan in je naar boven komt. Want als je de controle loslaat, weet je niet waar het naartoe zal gaan. Dan ben je overgeleverd. En dat voelt zo ontzettend eng. Hulp vragen zag ik altijd als een teken van zwakte. Want daarmee gaf je aan dat je het niet zelf kon. Terwijl ik zelf maar al te graag klaarstond voor een ander. Om die ander te helpen. Als hij of zij om hulp vroeg. Heel lang hield ik het vol om niet om hulp te vragen. Totdat het echt niet meer ging en ik me er eindelijk voor open stelde. Het leek bijna of mijn omgeving juichte. Zij wilden mij namelijk al een hele lange tijd zó graag helpen. Eindelijk durfde ik op hen te leunen. Durfde ik te vertrouwen op mijn vangnet, dat letterlijk zo voelde. Want ik liet mezelf vallen met mijn ogen dicht en ik werd opgevangen door hun liefdevolle handen.
Redenen
Door schade en schande heb ik geleerd dat vragen om hulp helemaal geen teken van zwakte is. Het is juist ongelofelijk krachtig als je jezelf openstelt om de hulp van een ander aan te nemen. Volgens mij zijn er vijf redenen waarom je af en toe hulp móet vragen:
- Het wordt makkelijker Welke uitdaging je ook hebt, anderen denken graag met je mee over een oplossing. En hierdoor hoef je het wiel niet zelf uit te vinden. Gedeelde smart is niet voor niets halve smart.
- Het maakt anderen blij Als mens ben je gemaakt om in verbinding te staan met anderen. Een ander helpen is misschien wel een van de meest laagdrempelige manieren om verbonden te zijn. En dat maakt je blij. Andersom werkt het ook zo.
- Het is leerzaam Ongetwijfeld zijn er mensen in je naaste omgeving die ooit zelf voor dit dilemma of uitdaging stonden. Ook zij zijn er op hun eigen manier doorheen gekomen. En omdat iedereen vanuit een eigen perspectief naar de situatie kijkt, kun je daar veel van leren.
- Het is een teken van zelfliefde Net als gezond eten, voldoende bewegen en slapen is vragen om hulp ook iets wat je jezelf geeft. Het brengt je namelijk meer rust. Hoe mooi is het om op deze manier liefde te geven aan jezelf!
- Het helpt je groeien Elke situatie die je meemaakt, helpt je groeien als mens. Omdat het je op een of meerdere vlakken iets geeft. Als je dit sámen met iemand doet, groei je niet alleen als individu, maar ook als relatie.
Doen
Zodra je besloten hebt om hulp te vragen, is iemand uit je nabije omgeving meestal degene waar je naartoe gaat. Je partner, familielid of een vriend. Want die kent je en kan jou van een goed advies voorzien. Toch maakt hulp vragen aan iemand die dichtbij je staat, de situatie soms alleen maar lastiger of pijnlijker. Omdat die persoon er op de een of andere manier bij betrokken is of het gewoon ongemakkelijk voelt. Dan is het verstandig om iemand in vertrouwen te nemen die verder van je afstaat en er op een neutralere manier naar kan kijken. Dat kan een huisarts zijn, een maatschappelijk werker maar ook een coach. Het hebben van een klik is daarbij de basis. Wie je ook vraagt om je te helpen, het belangrijkste is dat je het af en toe dóet! Als je vastloopt, stress ervaart of een lastige keuze moet maken. Hulp is iets dat je jezelf mag, nee móet gunnen. Want als je tijdig om hulp vraagt, hoef je minder diep te gaan. En hoef je dus van minder ver terug te komen.